Zodra ze zich hadden gevestigd in hun nieuwe huis, begon de familie Robinson de kinderkamer klaar te maken, zodat deze klaar zou zijn toen het nieuwe gezinslid werd geboren.
In slechts vier maanden moest mevrouw Robinson in 4 maanden een jongen ter wereld brengen, haar tweede kind.
De Robinsons waren dierenliefhebbers, maar omdat de eigenaar hen verbood een hond te hebben omdat ze in een appartement woonden, wilden ze geen hond meer, maar op zijn minst een puppy.
De twee vrouwen namen hun zoon Matias, 6, mee naar een asiel om een hond uit te kiezen.
Ze wilden een niet-agressieve puppy die kon opgroeien met de kinderen op de boerderij.
Nadat ze de kennels hadden bezocht en enkele van de tragische verhalen van de honden hadden gehoord, twijfelden ze welke puppy ze moesten kiezen.
Op weg naar buiten ontmoetten ze Benson, een 4-jarige pitbull.
Hij kwam terug met zijn staart tussen zijn benen alsof hij alle vertrouwen in mensen had verloren.
De familie Robinson vroeg naar Benson en de medewerkers van het asiel vertelden hen dat hij een echt vreselijk leven had gehad.
Nadat hij in hondengevechten was gebruikt, werd hij op straat gegooid waar hij door vrijwilligers werd gevonden.
Voordat Benson door een paar werd geadopteerd, bracht hij enige tijd door in het asiel.
Maar na slechts twee weken werd Benson teruggebracht naar het asiel omdat hij gedragsproblemen had en gewelddadig was tegenover zijn eigenaren.
Ondanks het advies van de vrijwilligers dat Benson niet met kinderen zou moeten leven, werd hij geadopteerd.
Meneer Robinson vroeg om een kans voor Benson. Ze kwamen eindelijk thuis, hoewel Benson het niet leuk vond om vastgebonden te zijn en zelfs naar de auto te komen was moeilijk.
In het begin was Benson erg bezorgd, rustig en terughoudend.
Maar met de tijd kon Benson zich aanpassen en banden opbouwen met elk gezinslid, vooral met Matias.
Toen mevrouw Robinson was bevallen, werd de nieuwe baby thuis gebracht en aan Benson voorgesteld.
Hij likte zachtjes het gezicht van de baby nadat hij eraan had geroken.
De eigenaren begrepen meteen dat Benson een liefdevolle hond was en dat ze goed met elkaar overweg zouden kunnen.
Het baby was pas twee maanden oud toen de Robinsons op een nacht werden gewekt door luid geblaf.
Hij blafte door en probeerde in de wieg te komen, maar de veiligheidshekken weerhielden hem ervan. Om bij de baby te komen, begon hij aan de wieg te kauwen.
Toen de Robinsons de jongen in hun armen namen, ontdekten ze dat hij was gestopt met ademen, wat hen aanvankelijk alarmeerde omdat ze dachten dat Benson hem probeerde te kwetsen.
Hij werd naar een nabijgelegen ziekenhuis gebracht waar artsen hem konden reanimeren.
De arts vertelde de ouders dat de baby zou zijn gestorven als hij langer dan 30 minuten in hartstilstand was gebleven.
Benson kreeg bekendheid en bewees dat niets toeval is.
De familie Robinson was de eerste die Benson een kans gaf en Benson redde uiteindelijk het leven van hun baby.
Deel dit verbazingwekkende verhaal met familie en vrienden!